Voordat de vrijwilliger kan starten, moet de organisatie hem of haar een zogenaamde “organisatienota” bezorgen. Dit document informeert de betrokkene over de organisatie. De belangrijkste bepalingen zijn:
- de sociale doelstelling en het juridisch statuut van de organisatie; gaat het over een feitelijke organisatie, dan zijn de gegevens van één of meerdere verantwoordelijken nodig;
- de vermelding van het verzekeringscontract die de organisatie heeft afgesloten;
- of andere aan het vrijwilligerswerk verbonden risico’s worden gedekt (en indien wel, over welke risico’s het dan gaat);
- de eventuele vergoedingen die worden betaald en, als dit het geval is, wanneer;
- als bij de uitoefening van het vrijwilligerswerk de geheimhoudingsplicht van toepassing is, dan moet dit expliciet worden vermeld.
Het bewijs van het afgeven van de organisatienota berust bij de organisatie.
De organisatie mag de vrijwilliger vragen een exemplaar van de organisatienota te ondertekenen voor ontvangst. Bij de ondertekening wordt de datum vermeld.